Day 13 - Reisverslag uit Shiquanhe, China van Joris Timmermans - WaarBenJij.nu Day 13 - Reisverslag uit Shiquanhe, China van Joris Timmermans - WaarBenJij.nu

Day 13

Door: Joris Timmermans

Blijf op de hoogte en volg Joris

01 September 2013 | China, Shiquanhe

Day 13
Vandaag weer onderweg. En deze keer gaat onze rit helemaal naar het westen van Tibet en China. We rijden namelijk naar Shiquanhe die tegen op een steenworp ligt van Kirgizstan en Kazachstan. Dit betekent dat we eerst terug moeten rijden over een stuk verschrikkelijke weg. De weg is niet verhard en bezaaid net potholes. In het dal waar het instituut ligt is de conditie van de weg slechter dan op de pas straks omdat de rivier (afkomstig van de Mount Everest) regelmatig over de weg heen stroomt. Ik snap waarom hier alleen dikke 4x4s worden gebruikt. Een Peugeot 206 zou verdrinken, al dan niet uit elkaar getrild worden.

We passeren links en rechts kleine dorpjes. In de wat grotere nederzettingen vind je ook toeristische winkeltjes. Deze weg is natuurlijke de weg die lijdt richting Qomolangma. Wij rijden echter de andere kant op. Langzaam begint de weg weer te stijgen en krijgen we weer met u bochten te maken. En terwijl wij heen en weer worden gesmeten in de auto breekt het zonnetje door. Dit geeft ons een spectaculaire 'afscheidsgeschenk'.

De Mount Everest is nu bijna is zijn volledigheid te zien. Juist omdat we verder van de hoogste punt van de aarde zijn verwijderd, kunnen we haar juist beter bekijken, aangezien er geen kleinere bergjes ons de zicht ontnemen. Mijn ontzag voor Sagarmartha/Qomolangma/Mount Everest is nog groter dan enkele dagen eerder toen ik slechts de top zag. Badend in het zonlicht met kleine flarden van mist over haar flanken rijst ze hoger dan welke andere piek richting de hemel. Er is wel een andere berg welke haar een beetje in hoogte benaderd, maar het staat buiten kijf dat ik hier naar een stuk grootsheid sta te kijken.

Echter met de sterke zon, warmt de lucht ook sneller op. Deze stijgende 'lucht zorgt dat waterdamp aan de grond mee wordt gevoerd de hoogte in. En zo stijgt er een mysterieuze mist op ui de. Valleien. Deze mist wordt door de turbulentie in lange witte wieven ui een getrokken om zo verder te stijgen richting het wolkende dat statisch op de inversielaag drijft. Dit atmosferisch schouwspel zorgt ook dat het zicht langzaam minder wordt. Boven op de kam is ons uitzicht helemaal verpest door de wolken..., but we will be back!

Uiteindelijk bereiken we weer de geasfalteerde weg. Links de weg naar de grens met Nepal, rechts richting shigatse. Onderweg Richting shigatse rijden we weer langs de legerpost. Dit keer is het echter lastiger om toestemming te krijgen om door te rijden. Raar dat op de heenweg minder problemen weren gemaakt. Murat maakt nog snel even de grap "seven years in Tibet". Na een kwartiertje te hebben gezweet worden we toch doorgelaten. Geen idee was nu het probleem was.

Nu we onze weg vervolgen is het duidelijk dat we de Himalaya’s achter ons laten. De weg kronkelt naar beneden. We komen nog een paar topjes met sneeuw tegen. Opmerkelijk want aan de Chinese kant van de Himalaya’s is het heel erg droog, en valt er bijna geen sneeuw in de winter. Daarna is de enige verandering in ons rij ritme het stoppen voor overstekende yaks. Alhoewel…, plots stopt de chauffeur aan de kant van de weg. De remmen van de auto zijn nogal heet en ruiken beetje. Toch niet weer autoproblemen. Na een snelle check rijden we weer door.


Gelukkig is het ook lunch tijd, dus vlakbij de splitsing Shigatse en Shiquanhe kunnen we de auto even laten bekoelen van zijn afdaling. Murat heeft het ook meteen getroffen, want we lunchen bij een islamitisch restaurant. Er wordt een soort pasta geserveerd, compleet met tomatensaus en knoflook. Ik bedoel met knoflook dan ook echt knoflook, niet eentje die door een knoflookpers gehaald is. Dus per hapje pasta ook een knabbeltje knoflook eten. Na de lunch ook snel nog even wat water ingeslagen, tussen het gehuchtje waar we ons nu bevinden en Shiquanhe zijn immers niet zo heel veel grote dorpen/restaurants.

Daarna weer onderweg. Het is hier iets noordelijker van de Himalaya’s meteen een stuk groener. Waar in onze kleine vallei alleen kleine struikjes groeide is het aanzicht hier een stuk groener. Denk nu niet aan meteen weelderige bossen en klimop planten, maar wel meer gras (ook tegen de hellingen van de bergen aan), en grotere struiken.

Terwijl de auto door schitterend landschap rijdt herinner me mij het boek dat mijn vader me mee had gegeven voor onder weg. Niet dat ik niet gefascineerd ben door de leegte en schoonheid van het landschap, maar een kleine afleiding tussen de uitzichten door moet kunnen denk ik. Het boek heet 'from heaven Lake' en beschrijft de avonturen die Vikram Seth heeft doorstaan om van het noordwesten van China, via Tibet naar zijn geboorte dorp in India te komen.

Zijn beeldende schrijfwijze doet me denken aan de vele dingen die ik ben tegen gekomen in mijn reizen door China en Tibet in het bijzonder. Enig verschil is dat hij de trip op de gok heeft gewaagd zon 30 jaar geleden. Ik kan echter niet compleet ontkennen dat er een redelijk avontuurlijke gedeelte in onze huidige trip zit. Aangezien we niet weten hoe lang we worden vastgehouden bij de verschillende checkpoints weten we ook niet waar en hoe laat we zullen aankomen. Dit gedeelte van de reis is namelijk prachtig leeg. Het doet mij nog het meeste denken aan de trip die Ingrid en ik over de hoogste pas van IJsland hebben gemaakt.

Er is echter een verschil. Namelijk de legerposten waardoor we heen moeten. Opnieuw hebben we problemen met het passeren van een checkpoint. Op een gegeven moment wordt Cungbo een bepaalde richting opgestuurd. Om iets te doen. Ik denk eerst aan dat hij met de commandant moet gaan praten. Maar zeker weten doe ik het niet. Na een uurtje wachten komt hij terug. Ik denk een verslagenheid te zien in de manier van lopen, maar het is gewoon een kleien frustratie. De documenten die we bij ons hadden zijn gewoon goed. Ze wilden echter ook een kopie zelf houden (god weet waarom), en zo moest onze gids 2km verder lopen om een hotel te vinden met een kopieer apparaat. Zodra we de post voorbij zij, slaakt hij nog even wat woorden die ik niet ga vertalen. In elk geval denken we allemaal wel hetzelfde. En zo vervolgen we onze tocht op 4200 km hoogte. Het is nu al 8 uur en nog geen hotelletje te zien. De zon begint al lange schaduwen te werpen over het landschap terwijl we al 20 minuten lang geen tegen ligger zijn tegen gekomen.

Langzamer zeker begint de zon dan ook laag aan de horizon te staan. Eerst gemoedelijk, daarna precies verblindend. We rijden immers westwaarts. We stoppen nog even voor een prachtig foto momentje als de Himalaya’s van de zijkant worden belicht en rijden daarna verder. Ook met schemering rijden ze nog niet met licht aan. Dit gebeurt pas nadat er praktisch geen daglicht meer over is. Gelukkig zijn we juist op dat moment aangekomen in het stadje voor overnachting, Zhong Ba.
Uit gestapt merken we dat het erg koud is. Zo rond het vriespunt zelfs. Toch blij dat ik niet al mijn truien in Lhasa heb achter gelaten. Ook heeft onze hotelkamer een elektrische kachel en een elektrische deken. De eerste zetten we aan, de tweede laat ik voor wat het is. End of Day 13

PS, jammer genoeg is het tweede snoertje van mijn telefoon ook kapot gegaan. Dit heeft tot gevolg dat de batterij van mijn car-cam op is geraakt en ik niet de fantastische uitzichten kan delen. Gelukkig doet mijn andere telefoon het nog wel zodat ik af en toe een yak op de foto kan leggen, en ik met google tracks kan zien hoe we gereden hebben.

English version

Today is again a driving day. This time our trip takes us all the way to west Tibet and china. We are driving to Shiquanhe that is only a small distance from Kirgizstan and Kazakhstan. This means that we first have to drive back over the terrible road that we came over 5days ago. This road is mostly gravel with large potholes distributed like raisins in porridge. In the valley where the institute is situated the condition of the road is even worse, as the river (coming down from the Mount Everest) regularly overflows the road. Now it is very clear why everybody uses a big fat 4x4. A Peugeot 206 would drown, or be shaken apart.

Left and Right we are passing small villages. In the somewhat larger setlement we also find some touristic shops. This is of course because this is the only road (on Chinese side) that goes to the Mount Everest. We however are driving in the opposite way. Slowly the road again starts to climb running over the mountain like a u-turning snake. And while we are shaken to bits, the sun finds a way through the clouds. This than gives us a final spectacular parting gift.

The Mount Everest is now visible in its full splendor. Because we are now further away from the highest point on earth we have the possibility to see her much better, as no small mountains are blocking our view. My awe for Qomolangma/Sagarmartha/Mount Everest is even greater than a view days ago when I also was able to see the top. Basking in the sunlight with small clouds of mist she rises higher than any peak. While there is one other mountain that approaches her in height it is without a question that I am looking at shear greatness.

However with the strong sun, the air also warms up quicker. This rising air takes water vapor from the land surface to higher parts of the atmosphere. And so mysterious clouds rise up out of the valleys. This mist is ripped by turbulence into shreds of white witches to rise further up to the static clouds resting on the inversion layer. This atmospheric show also causes the view to slowly decrees. On top of the mountain pass the view is completely spoiled by the clouds. However.. we will be back!

Finally we reach the paved road again. To the left the border with Nepal, to the right towards shigatse. On the way we drive again are inspected by an army post. This time however it is more difficult to pass. Funny that on the way to the institute we had fewer problems. Murat quickly makes the joke 'Seven years in Tibet'. After having sweat for about 15 minutes, we are allowed to continue, without really knowing what the problem was.

After we continue are journey it is apparent that we leave the Himalayas behind us. The road is snaking down. We do find some of the mountain tops to be covered in snow. Strange really as the Chinese side of the Himalayas is very dry and almost no snow falls in the winter. After these snow whites the only change in the driving rhythm is to stop for passing yaks. However, suddenly our driver stops on the side of the road. The breaks of the car are really hot and smell a bit. Not car problems again (day 1) I am thinking. After a quick check we drive on.


Fortunately it is also lunch time. And so close to the junction to shigatse and Shiquanhe we let the car cool down from its decent. Murat is lucky, as we eat at an Islamic restaurant. I kind of pasta is served, complete with tomato sauce and garlic. With garlic I don`t mean one that has been sliced/diced or mashed, but a whole garlic. The idea is that with every bite of pasta one should also have a small nibble of the garlic. A bit strange but it works. After lunch we also stock up on some water. Between the village where we are now and Shiquanhe not a lot of restaurants and stores can be found

After this we go back on the road. North of the Himalayas the scenery is much greener. While in our small valley only small bushes were growing, here the view is lush with grass and larger bushes. While the car is driving through the beautiful scenery I remember the book that my father gave me on Schiphol. Not that I am not fascinated by the emptiness and beauty of the landscape, but a small diversion between vistas is allowed (I am thinking). The book is called 'from heaven lake' and describes the adventures of Vikram Seth while getting from the northwest of china through Tibet back to his home town in India.

His way of writing reminds me of the many things that I have come across on my journeys in China and specially Tibet. The only difference is that he made the trip without any planning and about 30 years ago. I however cannot deny that there are some adventurous parts of our trip. As we have no idea how long we will be detained at the different checkpoints we don`t know when and where we will arrive. Especially as large settlements are scarse. This part of Tibet is incredibly empty. It reminds me most of the entire journeys that Ingrid and I made over the highest pass in Iceland.

The biggest difference is the army checkpoints that we have to pass. Again we have problem at this point. The army clerks are again making our lives difficult. At a certain moment Cungbo is sent into a specific direction; to do what I have no idea. I am guessing that he needs to talk to the commander, but I am not sure. After an hour waiting he comes back. Do I see defeat in the way he walks? When he finally arrives it is only some small frustration. The documents that we have with us are completely valid. However they needed a copy for themselves (god know why). And so Cungbo needed to walk 2 km to find a hotel with a copy machine. Of course I would like to tell the clerks exactly what I am thinking of, but I refrain myself.

And so we continue our journey at an altitude of 5000km. It is already 8 o’clock and now hotel has been spotted. The sun starts to draw long shadows on the landscape, and we have not encountered any other car in 20 minutes.

Slowly but certainly the sun starts to drop lower on the horizon. First amicably, later more blinding. We are of course driving westward. This makes the driving very difficult and so we stop on the road to make a beautiful image of the Himalayas that are painted golden by the low hanging sun. Afterwards we continue. Even with the sun set, they do not drive with the lights on. This only happens when there is practically no daylight left. Fortunatelly we just arrived in a town, Zhong Ba, to stay the night. Stepping out of the car I notice the incredible cold that has set. The temperatures have dropped to freezing point. I therefore am very happy that I did not leave all my sweaters in Lhasa. Also our hotel room has an electric stove and electric blankets. The first we put on the maximum settings the second I leave off. End of Day 13

PS To bad the second cable of my phone has died. This means that the battery of my car-cam has died and I cannot share all the beautiful vistas with you. Fortunately I still have another phone that works, so that I can make a picture of the occasional yak. Also Google tracks I running on my second phone, so at least we can see how far we have driven

  • 01 September 2013 - 13:44

    Ine:

    Dat is weer een mooi geschreven boeiend verslag, heel bijzonder om het allemaal mee te maken.
    Joris, ik denk dat je het vast al gehoord hebt.
    Hartelijk gefeliciteerd met je pasgeboren neefje Benjamin.
    Liefs Ine

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Joris

`

Actief sinds 21 Aug. 2013
Verslag gelezen: 392
Totaal aantal bezoekers 20261

Voorgaande reizen:

08 Februari 2021 - 01 Oktober 2022

Space

05 Oktober 2015 - 01 Januari 2016

Werken in Londen

19 Augustus 2013 - 20 September 2013

Expeditie Tibet

Landen bezocht: