Dag 18 - Reisverslag uit Shiquanhe, China van Joris Timmermans - WaarBenJij.nu Dag 18 - Reisverslag uit Shiquanhe, China van Joris Timmermans - WaarBenJij.nu

Dag 18

Door: Joris Timmermans

Blijf op de hoogte en volg Joris

05 September 2013 | China, Shiquanhe

Zoals mijn vader als reactie al aangaf: Gaat het slecht heb je een lang verhaal, gaat het goed dan heb je minder te vertellen. Gelukkig was vandaag zo`n dag dat alles wel goed ging. We gingen vandaag richting de Ali station. Dit is net zo`n station als bij Qomolangma is opgezet. Dus met zonnepanelen, een broeikas en een groot hek om de compound heen.

Voordat we hier echter arriveren, moeten we echter een uur door de bergen rijden om er te komen. Omdat het stadje waar de Ali site bij ligt erg klein is, is er niet zo heel veel verkeer op de weg. Sterker nog door de leegheid van de weg lijkt deze naar het eind van de wereld te lijden. Dit wordt versterkt door het maanlandschap waardoor we rijden. Eerst is het nog wat groenig, daarna wordt het steeds rotsiger en ruwer. Plots echter staan we in het oog met een heel mooi meertje waarin verschillende vogels hun betrekking hebben gevonden: van kraanvogels tot eenden.
Dit is de eerste keer dat ik een grote groep vogels op het Tibetaans plateau zie en het is verwonderlijk. Want waar halen ze in deze leegte immers hun voedsel vandaan? Het antwoord hierop volgt na een tijdje. Maar eerst geniet ik van het uitzicht. Het meertje een toppunt van schoonheid welke de bergen en de hemel perfect reflecteert.
Hierna rijden we verder naar Ali station. Om hier te komen worden we omgeleid door het kleine dorpje in de buurt. Voor zover ik zie is er niets mis met de snelweg en verdenk ik de plaatselijke bevolking ervan de snelweg te hebben gebarricadeerd om meer omzet te maken. In het dorpje is erg weinig te beleven op de een aantal pooltafels die open en bloot op de stoep staan. Verder is het vooral de academie van het leger dat opvalt. Een aantal privaten zijn druk bezig met een potje basketbal.

Bij het instituut aangekomen beginnen we meteen met ons werk. Dus opnieuw uitgraven van loggers van bodemvocht sensoren. De eerste logger die we moeten doen valt binnen de compound en is dus zeker niet gestolen (en makkelijk te vinden). De tweede logger die we moeten aandoen is een stuk verder verwijdert, 6km maar liefst. Rijdend daarheen zien we echter een klein probleem oprijzen. Er is namelijk recent een nieuwe weg gemaakt die veel hoger ligt dan de oude weg. Voor onze Toyota is het hoogteverschil te veel om te overbruggen. En zo kunnen we niet met de auto offroad gaan en zit er niets anders op om te voet de laatste 600m te overbruggen.

In een laatste actie van wijsheid neem ik nog even de reserve sensoren mee. Indien er een sensor kapot is hoeven we dus niet opnieuw de afstand te overbruggen. Dit blijkt een slimme zet want er is inderdaad één sensor die het niet doet. Deze sensor is gelukkig op maar 20cm diepte wat ons een hoop werk scheelt. Werk die wij in dit geval graag snel af willen hebben, want het is best heet.
De vlakte waar Murat en Ik overlopen heeft veel weg van een woestijn. Het is er droog en er is weinig begroeing te vinden. Het gehele beeld wordt gecomplementeerd als ik een afgekauwde been van een schaap/paard/yak vindt (ik ben zelf niet goed in het identificeren van beesten op puur een klein stukje been). In de verte zien we ook een aantal beesten grazen op stukjes gras die hardnekkig zich op weten te rechten tegen de hitte. Op kijkend naar de lucht zien we echter een groot aantal stormwolken ons naderen vanuit de richting van de bergen. Ik spoor Murat aan om sneller te werken, maar de downloadsnelheid van de logger naar de computer is niet zo hoog. Wij beiden denken dan ook dat we voor het eerst op onze reis een nat pak zullen krijgen. Maar dit maal is vrouwe fortuna ons wel gezind. De regenbui maakt (net voordat hij ons benaderd) een knik naar het oosten om daar zijn weldoenende regen te doen laten vallen. En zo opgelucht gaan we terug richting Ali station om lunch te hebben.

Na deze lunch worden al onze spullen overgeladen naar een pick-up truck. Ik weet niet of dit komt omdat de voor ons liggende weg teveel zal zijn voor onze Toyota, of dat er even wat extra werk gecreeert moet worden voor de drivers van dit station. Ik hou het op het eerste, want de weg is zo ruw dat ik meerdere malen bijna mijn hoofd stoot aan het plafond van de auto. Links van ons ligt nog een oud in puin liggende tempel wiens naam ik net niet kan zien vanuit de auto. Verder rijdend tussen de gaten in het wegdek begint met het op te vallen dat er veel meer verschillende kleuren in het landschap ontstaan. Aangekomen bij ons derder station zijn er zelfs bloemen en bijen te zien. Dit is de eerste keer dat ik kleine insecten tegen kom (anders dan wat motten in Qomolangma station). Het laatste station ligt ook in de buurt, maar dan meer op een uitgestrekte grasveld. Deze kleurt eerst groen dan iets verderop zacht rood alsof de herfst aan het naderen is. Wij beiden krijgen nu echt het gevoel het verste punt van ons reis te hebben aangedaan. In heinde en verre geen boederijtje te zien ondanks uitgestrekte velden. Vanaf hier is het eigenlijk alleen maar een weg terug (eerst naar Qomolangma, daarna Lhasa en uiteindelijk Beijing (via een tussenstop in Naqu).

Op de weg terug naar ons hotel in Shiquanhe reist de oude vraag waar we dit keer gaan eten. In tegenstelling tot de vorige dagen weet Murat precies waar hij dit maal gaan eten: bij de islamitische restaurant. Ik zelf hoef niet nog een keer daar te eten (hoe lekker het ook was), maar vindt het veel leuker om wat afwisseling/nieuwigheid te proeven. De groep is echter zo verdeelt dat ik me maar bij Murat aansluit. Het is immers de laatste keer voor de komende twee weken dat hij zich helemaal op zijn gemak voelt. Onze driver heeft gisteren echter niet zo lekker gegeten en overtuigd Cungbo om samen met hem in een ander restaurant te eten. En zo eten Murat den Ik voor de eerste keer alleen. Op zich kunnen we het restaurant niet verlaten totdat Cungbo weer terug is van zijn noodle restaurant. Ons permit staat niet toe om zonder begeleiding rond te lopen. Ik zou niet graag problemen voor onze aardige gids willen vormen en probeer Murat er van te overtuigen dergelijke avonturen niet te doen. Gelukkig is Murat voor rede vatbaar, maar ook zichtbaar teleurgesteld. Ik kan hem ieg een beetje troosten met het vooruitzicht van een tripje door Lhasa (wel toegestaan) en een aantal bezienswaardigheden die Cungbo mij heeft voorgehouden. Einde van dag 18

PS: de komende dagen zijn we weer op de terugreis naar Qomolangma station en dus van internet verstoken. Update volgt zo snel als ik weer online kan.

English version

It is as my father already wrote to me yesterday: If you have a lot of bad luck you have an interesting story, else not. Fortunatelly today was such a day that most things went our way. Today we are headed to the Ali station. This is a station similar as that one in Qomolangma. So with solar panels, a greenery and a big fence around the compound.
Before we arrive there we first have to drive an hour through the mountains. As the village closely situated at the Ali station is small there is not a lot of traffic. This feeling of emptiness is enhanced when the road appears to go to the end of the world. First the scenery is still a bit green, but afterwards it gets more rocky and rough. Suddenly however we are faced with a beautiful small lake in which several birds (from ducks to cranes) are swimming.

This is the first time I see a large flock of birds on the Tibetan Plateau and it surprises me. Where do they get their food in this desolate place. The answer follows in the next paragraphs. In the mean time I am enjoying the view. The lake is of exceptional beauty reflecting both the mountains and the sky perfectly.

After this brief interval we drive to Ali station. To get here we are taken through the small village. As far as I see there is nothing wrong with the ‘highway’ and I suspect the local people to have barricaded the road for more clients in the shops. In the village there is not a lot to be seen except several pooltables that are standing outside on the pavement. Other than this and the military academie nothing springs to mind to recall.

When we arrive at the compound are our directly begins. We again have to digout the loggers of the soilmoisture sensors. The first sensor is located within the compound and therefore definitely cannot be stolen. The second logger that we have to find is however located a at a significant distance (6km) from the compound. When we drive to this location we encounter a problem. Recently a new road (the one that we are driving on) has been created. However the old road leading to the location is located at least 10m below this new road. This is too much height difference for our Toyota. And so there is nothing for it but to walk the last 600m.

In my wisdom I take some extra sensors with me. In case that a sensor is broken we don`t have to walk this distance again. This happens to be a smart move as indeed one sensor is malfunctioning. The sensor is fortunately located at only 20cm depth saving us the problem of digging a large hole (only a small hole now). We want to get this work done quickly as it is bloody hot.

The area where Murat and I are walking on closely resembles Wadi-Rum desert. It is dry and not a lot of vegetation can be found. The whole image I perceive is enhanced by a chewed off leg from a sheep/yak/horse (I am not very good at identifying beast on basis of a small piece of leg). In the distance we see some of these animals grazing small bits of grass that full determination defy the heat here. Looking up at the sky we (in contradiction to the heat) see a large number of stormclouds heading our way. I encourage Murat to work faster, but the downloadspeed of the logger to the computer is very slow. This time however Lady Luck is kind for us. The raincloud makes a turn to the east, just before it reaches us. Relieved we head back to Ali station to have some lunch.

After lunch our gear is loaded onto a pickup trick. This is probably because the road towards the other two soilmoisture stations is really rough and is probably too much for our Toyota. On our leftside I see a ruined monestary whose name I cannot see from the car. We don`t have time to investigate it further, too bad! When we head on further into the wildernis the colors of the landscape take on various spectacular colours. We even encounter small flowers and with it small bee’s . This is the first time I encounter small insects (apart from some moths at Qomolangma station). The last staion we have to visit is on a long stretch o f grassland. First the grass colours green than a bit more red. It seems we are approa hing autumn. Murat and I both get the feeling that we have reached the farthest of our journey. There is no farm to be seen in miles. From here it is only a way back: first to Qomolangma, than to Lhasa and finally Beijing (with a stop over in Naqu).

During a journey back to Shiquanhe the accient question ariswes where we are going to eat. Contradictionary to previouys days Murat knows exactly where he want to go out for dinner: at the Islamic restaurant. I myself don`t feel the need to go their again (dispite the good food), and find a bit of change to be nice. The group however is divided between noodles and grill. I find myself joining the camp of murat; it is after all the last time in two weeks that he will feel completely comfortable. Our driver however did not completely like the taste of grilled meat yesterday and opts to go with Cungbo to another restaurant. And so Murat and I for the first time on our trip eat alone. Although of course we cannot leave the restaurant before Cungbo has picked us up. Our permit does not allow us to walk around without a guide. While I try not to be too much of a hassle to our guide, Murat is thoroughly disappointed. I fortunately conformt him with the prospect of a nice tour around Lhasa (which is permitted), and several sightseeings that Cungbo has promised me. End of Day 18.

PS: The next couple of days we are travelling between Shiquanhe and Qomolangme station and therefore have no internet. I will follow up as soon as I get back online.



Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Joris

`

Actief sinds 21 Aug. 2013
Verslag gelezen: 205
Totaal aantal bezoekers 20266

Voorgaande reizen:

08 Februari 2021 - 01 Oktober 2022

Space

05 Oktober 2015 - 01 Januari 2016

Werken in Londen

19 Augustus 2013 - 20 September 2013

Expeditie Tibet

Landen bezocht: